Omdat ze na een dronken uitbarsting in de rechtszaak een proeftijd opgelegd heeft gekregen, moet advocaat Cate McCall (Kate Beckensale) een tijd pro deo werk doen aan niet de meest ideale zaken. Een cassatiezaak, de laatste meestal kansloze strohalm voor veroordeelden die al hun mogelijkheden op beroep hebben doorlopen, is niet direct een zaak waar ze zich mee kan bewijzen, maar omdat ze geen andere keuze heeft, gaat ze het gesprek aan met Lacey Stubbs, een jonge moeder die levenslang heeft gekregen voor de gruwelijke moord op een vriendin. Al vrij snel krijgt Cate de indruk dat er iets behoorlijk mis is met de manier waarop politie en justitie deze zaak heeft behandeld en als ze kort na een heftig verhoor met één van de rechercheurs van de zaak van de weg wordt gereden, is dat voor haar het bewijs dat ze ergens een gevoelige snaar heeft geraakt. Cate laat zich daar echter niet door afschrikken en bijt zich hierdoor alleen maar meer in de zaak vast. Maar zoals is gebleken is dat niet geheel zonder gevaar...

De boeken van schrijver John Grisham leverden enige jaren geleden een geheel nieuw genre op, dat van de legal thriller. Dat soort films was er eigenlijk altijd al, maar de snel op elkaar volgende verfilmingen van de Grisham-boeken zette het genre extra in het zonnetje en daar zijn enkele klassiekers uit voortgekomen, films als A Time To Kill, The Client, The Pelican Brief en natuurlijk niet te vergeten The Firm, zijn grote doorbraak. Het gaat te ver om The Trials Of Cate McCAll in dat rijtje te plaatsen, maar dat is ook geen schande. In het genre van de legal thriller is dit gewoon een prima film met goed acteerwerk, een spannend verhaal dat halverwege een leuke twist krijgt. Met andere woorden een product dat garant staat voor een aangename ervaring in een genre waar we helaas nog maar weinig films in mogen verwelkomen.